wielrennen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wiel-ren-nen
1. sport in het snel fietsen
♢ hij doet tegenwoordig aan wielrennen
Regelmatig werkwoord: wiel-ren-nen
ik wielren
jij/u wielrent
hij/zij wielrent
wij/zij/jullie wielrennen
ik/jij/u/hij/zij wielrende
wij/zij/jullie wielrenden
hij heeft gewielrend
wielrennend, wielrennende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk