tegenwoordig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: te-gen-woor-dig
1. van nu, van deze tijd
♢ de tegenwoordige burgemeester is een vrouw
1. tegenwoordige tijd
[de tijden van het werkwoord die een werking of toestand in het heden aangeven]
2. in deze tijd
♢ tegenwoordig heb je veel vrouwelijke burgemeesters
1. onvoltooid, tegenwoordig deelwoord
[geeft aan dat de handeling van het werkwoord nog in gang is, bijvoorbeeld 'kijkend']
3. erbij aanwezig
♢ de hele familie was tegenwoordig
Bijvoeglijk naamwoord: te-gen-woor-dig
de/het tegenwoordige ...
Synoniemen
momenteel, nu, thans
Tegenstellingen
absent, eerder, ervandoor, tevoren, toenmalig, voordien, voorheen, vroeger, weg, weleer
Gepubliceerd op 14-11-2017
tegenwoordig
betekenis & definitie