wervelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wer-ve-len
1. snel ronddraaien
♢ de dansparen wervelen over de dansvloer
1. een wervelende show
[met veel dans en glitter]
Regelmatig werkwoord: wer-ve-len
ik wervel
jij/u wervelt
hij/zij wervelt
wij/zij/jullie wervelen
ik/jij/u/hij/zij wervelde
wij/zij/jullie wervelden
hij heeft gewerveld
de/het/een gewervelde ....
wervelend, wervelende
Gepubliceerd op 14-11-2017
wervelen
betekenis & definitie