weefsel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: weef-sel
1. stof die geweven is
♢ de jurk is gemaakt van een katoenen weefsel
2. levend organisme dat uit een heleboel cellen bestaat
♢ de wond liep door tot in het spierweefsel van zijn arm
Zelfstandig naamwoord: weef-sel
het weefsel
de weefsels
Gepubliceerd op 14-11-2017
weefsel
betekenis & definitie