waggelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: wag-ge-len
1. heen en weer of op en neer gaan
♢ de eend waggelde naar de vijver
Regelmatig werkwoord: wag-ge-len
ik waggel
jij/u waggelt
hij/zij waggelt
wij/zij/jullie waggelen
ik/jij/u/hij/zij waggelde
wij/zij/jullie waggelden
hij heeft gewaggeld
waggelend, waggelende
Synoniemen
schommelen, wiegen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk