vozen - regelmatig werkwoord
uitspraak: vo-zen
1. kussen en strelen
♢ mijn broer en zijn vriendin zaten op de bank te vozen
Regelmatig werkwoord: vo-zen
ik voos
jij/u voost
hij/zij voost
wij/zij/jullie vozen
ik/jij/u/hij/zij voosde
wij/zij/jullie voosden
hij heeft gevoosd
vozend, vozende
Synoniemen
vrijen
Gepubliceerd op 14-11-2017
vozen
betekenis & definitie