verstaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ver-staan
1. het kunnen volgen met je verstand
♢ ik versta geen Engels
2. goed kunnen horen wat er gezegd wordt
♢ achter in de zaal kunnen ze hem niet verstaan
3. ermee bedoelen
♢ wat versta jij onder 'gezelligheid'?
1. zij gaf hem te verstaan dat ...
[zij maakte het hem duidelijk]
4. het goed beheersen
♢ hij verstaat zijn vak wel
5. elkaar kunnen volgen en aanvoelen
♢ die twee verstaan elkaar niet
Onregelmatig werkwoord: ver-staan
ik versta
jij/u verstaat
hij/zij verstaat
wij/zij/jullie verstaan
ik/jij/u/hij/zij verstond
wij/zij/jullie verstonden
hij heeft verstaan
de/het/een verstane ....
verstaand, verstaande
Synoniemen
begrijpen, snappen, vatten
Gepubliceerd op 14-11-2017
verstaan
betekenis & definitie