verschonen

betekenis & definitie

verschonen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-scho-nen

1. er schoon beddengoed op leggen
♢ je moet je bed verschonen
2. een schone luier om doen
♢ heb jij de baby al verschoond?

Regelmatig werkwoord: ver-scho-nen
ik verschoon
jij/u verschoont
hij/zij verschoont
wij/zij/jullie verschonen
ik/jij/u/hij/zij verschoonde
wij/zij/jullie verschoonden
hij heeft verschoond
de/het/een verschoonde ....
verschonend, verschonende