verbreiden - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-brei-den
1. ervoor zorgen dat het overal gebracht wordt
♢ het nieuwtje zal zich wel snel verbreiden
2. zich over een groter aantal of grotere oppervlakte uitstrekken
♢ de ziekte verbreidt zich snel
Regelmatig werkwoord: ver-brei-den
ik verbreid
jij/u verbreidt
hij/zij verbreidt
wij/zij/jullie verbreiden
ik/jij/u/hij/zij verbreidde
wij/zij/jullie verbreidden
hij heeft verbreid
de/het/een verbreide ....
verbreidend, verbreidende
Synoniemen
verspreiden, verstrooien, voortplanten
Gepubliceerd op 14-11-2017
verbreiden
betekenis & definitie