verbreiden
verbreiden - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-brei-den 1. ervoor zorgen dat het overal gebracht wordt ♢ het nieuwtje zal zich wel snel verbreiden 2. zich over een groter aantal of grotere oppervlakte uitstrekken ...
Wat is de betekenis van VERBREIDEN?
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Verbreiden
(verbreidde, heeft verbreid), 1. over een grotere oppervlakte zich doen uitstrekken of aanwezig doen zijn ; meest wederk.: die planten verbreiden zich steeds meer; 2. bekend, ruchtbaar maken: een gerucht verbreiden; zich verbreiden, alom bekend worden.
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
verbreiden
verbreidde, h. verbreid (over een grote ruimte uitstrekken): een nieuwtje wordt verbreid; refl. zich verbreiden, bekend worden.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
verbreiden
(vər'breidən) (verbreidde, heeft verbreid) 1. over een grote ruimte uitstrekken : een ziekte –. 2. bekendmaken : het nieuws is al verbreid. Syn. verspreiden, verstrooien. 3. z i c h –, ruchtbaar worden.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Verbreiden
(verbreidde, heeft verbreid), 1. over een grote oppervlakte zich doen uitstrekken of aanwezig doen zijn; 2. bekend, ruchtbaar maken: zich verbreiden, alom bekend worden.
Gerelateerde zoekopdrachten