Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitkomen

betekenis & definitie

uitkomen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: uit-ko-men

1. tot bloemen worden
♢ de knoppen van deze bloemen zijn mooi uitgekomen
2. opengebroken worden door het kuiken
drie eieren zijn uitgekomen
3. ontdekt worden
♢ hij heeft gelogen, maar het is uitgekomen
4. het als einde of resultaat hebben
♢ deze som komt uit op nul
5. het eerlijk toegeven
♢ zij komt er rond voor uit dat ze al zestig is
6. goed tot zijn recht komen
♢ het kleed komt prachtig uit op die houten vloer
7. op de markt komen
♢ het boek is pas uitgekomen
8. op een gunstig moment gebeuren
♢ vanavond komt me goed uit
1. dat komt goed uit
[dat komt op het juiste moment]
9. er genoeg aan hebben
♢ met 100 euro kan ik deze week wel uitkomen

Onregelmatig werkwoord: uit-ko-men
ik kom uit (... ik uitkom)
jij/u komt uit (... jij uitkomt)
hij/zij komt uit (... hij uitkomt)
wij/zij/jullie komen uit (... wij uitkomen)
ik/jij/u/hij/zij kwam uit (... ik uitkwam)
wij/zij/jullie kwamen uit (... wij uitkwamen)
hij is uitgekomen
de/het/een uitgekomen ....
uitkomend, uitkomende

Synoniemen
schikken, verschijnen

< >