uil - zelfstandig naamwoord
1. nachtvogel met grote ronde ogen en kromme snavel
♢ de uil riep oehoe
1. een uiltje knappen
[overdag een poosje slapen]
2. elk meent zijn uil een valk te zijn
[iedereen denkt dat het zijne het beste is]
Zelfstandig naamwoord: uil
de uil
de uilen
het uiltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
uil
betekenis & definitie