trui - zelfstandig naamwoord
1. gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam
♢ mijn moeder breit de prachtigste truien
1. de gele trui
[leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]
2. de groene trui
[leiderstrui van het puntenklassement van een wielerronde]
Zelfstandig naamwoord: trui
de trui
de truien
het truitje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk