Wat is de betekenis van trui?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

trui

kledingstuk. kledingstuk dat het bovenlichaam bedekt, meestal van wol gebreid maar ook wel gemaakt van katoen of een synthetische stof, en doorgaans met lange mouwen. Voorbeelden: Irene droeg een witte trui en een witte broek, die grijs leken in het herfstlicht. Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001 Je trek...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

trui

1) (16e eeuw, vero.) (inf.) prostituee, hoer. • Trui .... Lichtekooi. Prostituée. (J.F.J. Heremans: Nederlandsch-Fransch Woordenboek. 1869) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • Poddel: 'hoer', gebruikelijk in de 18e eeuw. Heeft ouder podde 'vuil' als basis. Naast poddel waren in voorgaande eeuwen als synoniem v...

2024-04-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Trui

Als vrouwelijke naam een verkorting van Geertruida, als mannelijke naam een variant van Trudo.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

trui

trui - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) een warm kledingstuk voor over het bovenlichaam Hij trok snel een trui aan tegen de kou. Verwante begrippen jumper, sweater, vest

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

trui

trui - zelfstandig naamwoord 1. gebreid kledingstuk met mouwen voor het bovenlichaam ♢ mijn moeder breit de prachtigste truien 1. de gele trui [leiderstrui van het algemeen klassement van een wielerronde]...

2024-04-25
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

trui

trui: wielershirt. Naast het sponsorshirt zijn er verschillende truien die een specifieke betekenis hebben in een koers of rondewedstrijd; bergtrui, blauwe trui, bolletjestrui, gele trui, gouden trui, groene trui, kampioenstrui, lapjestrui, leiderstrui, maglia, maillot, oranje trui, paarse trui, puntentrui, regenboogtrui, rode trui, roze trui, witt...

2024-04-25
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

trui

(de; -en) - dun tricot sportshirt met korte mouwen, syn. tricot: gele trui, gedragen door de leider van het alg. klassement in de Ronde van Frankrijk (sinds 1919), maar ook in de Ronde van Zwitserland en in de Ronde van Spanje (goudgeel, het ‘amarillo’); groene trui, gedragen door de leider van het puntenklassement in de Ronde van Frankrijk (sinds...

2024-04-25
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Trui

Trui - verouderde benaming voor pot. Ook dikke trui. Truus, onderlinge aanspreekwijze van lesbiennes in de jaren zeventig. Ook in met Truus en allevrouw naar bed gaan, variatie op met Jan en alleman, en in met Truus op training, zin hebben in ruig vrijen, ‘k Ben in the mood om met Truus op training te gaan. Een Truus is ook een vrouwelijk typ...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

trui

trui - Gebreide of gehaakte kledingstukken voor het bovenlichaam, die over het hoofd worden aangetrokken.