totaal - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: to-taal
1. geheel en al, in alle opzichten
♢ haar optreden was een totale mislukking
1. zonder dat er iets ontbreekt
♢ het totale bedrag is 120 gulden
2. geheel van getallen
♢ het totaal bedraagt 120 gulden
1. in totaal
[alles bij elkaar geteld]
Bijvoeglijk naamwoord: to-taal
de/het totale ...
Synoniemen
compleet, radicaal
Zelfstandig naamwoord: to-taal
het totaal
de totalen
Synoniemen
heel, som, voluit
Tegenstellingen
incompleet
Gepubliceerd op 30-11-2017
totaal
betekenis & definitie