toerist - zelfstandig naamwoord
uitspraak: toe-rist
1. iemand die met vakantie gaat of met vakantie is
♢ ik heb als toerist heel wat steden bezocht
Zelfstandig naamwoord: toe-rist
de toerist
de toeristen
Synoniemen
vakantieganger
Gepubliceerd op 14-11-2017
toerist
betekenis & definitie