toegankelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: toe-gan-ke-lijk
1. open, met een vrije toegang
♢ het gebouw is voor iedereen toegankelijk
1. het boek is niet erg toegankelijk
[niet gemakkelijk te begrijpen]
2. waar je bij kunt
♢ als je die klep weghaalt, is het binnenste van de motor toegankelijk
3. waar je kunt lopen
♢ dit bouwterrein is moeilijk toegankelijk
4. wie ergens voor open staat
♢ hij is altijd toegankelijk voor nieuwe plannen
5. wat je goed kunt snappen
♢ dit verhaal is heel toegankelijk voor jonge kinderen
Bijvoeglijk naamwoord: toe-gan-ke-lijk
... is toegankelijker dan ...
het toegankelijkst
de/het toegankelijke ...
Tegenstellingen
ontoegankelijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
toegankelijk
betekenis & definitie