terughouden

betekenis & definitie

terughouden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: te-rug-hou-den

1. niet verder laten gaan
♢ ik weet niet wat hem terughoudt van deze stap

Onregelmatig werkwoord: te-rug-hou-den
ik houd terug (... ik terughoud)
jij/u houdt terug (... jij terughoudt)
hij/zij houdt terug (... hij terughoudt)
wij/zij/jullie houden terug (... wij terughouden)
ik/jij/u/hij/zij hield terug (... ik terughield)
wij/zij/jullie hielden terug (... wij terughielden)
hij heeft teruggehouden
de/het/een teruggehouden ....

Synoniemen
afhouden, afwenden, belemmeren, beletten, onderdrukken, stremmen, stuiten, tegenhouden, weerhouden

Tegenstellingen
bevorderen, doorlaten, stimuleren