terugdoen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: te-rug-doen
1. ergens weer in doen
♢ je moet die brief in de envelop terugdoen
2. iets doen in ruil of als vergelding voor iets anders
♢ hij doet niets terug als hij geslagen wordt
Onregelmatig werkwoord: te-rug-doen
ik doe terug (... ik terugdoe)
jij/u doet terug (... jij terugdoet)
hij/zij doet terug (... hij terugdoet)
wij/zij/jullie doen terug (... wij terugdoen)
ik/jij/u/hij/zij deed terug (... ik terugdeed)
wij/zij/jullie deden terug (... wij terugdeden)
hij heeft teruggedaan
Gepubliceerd op 14-11-2017
terugdoen
betekenis & definitie