superioriteit

betekenis & definitie

superioriteit - zelfstandig naamwoord
uitspraak: su-pe-ri-o-ri-teit

1. het beter zijn dan iemand anders
♢ we moesten haar superioriteit op het gebied van schaatsen wel erkennen

Zelfstandig naamwoord: su-pe-ri-o-ri-teit
de superioriteit