stromend - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: stro-mend
1. wat stroomt, niet stilstaat
♢ we hebben stromend water in deze beek
1. stromend water hebben
[aangesloten zijn op de waterleiding]
Bijvoeglijk naamwoord: stro-mend
de/het stromende ...
iets stromends
Gepubliceerd op 14-11-2017
stromend
betekenis & definitie