spin

betekenis & definitie

spin - zelfstandig naamwoord

1. klein dier met acht poten dat een web maakt om insecten in te vangen
♢ aan het spinrag zagen we dat er een spin zat
1. het is bij de wilde spinnen af
[ik ben verbaasd en verontwaardigd]
2. losse snelbinder met vier of meer uitgangen met haken
♢ de tas zat op de brommer vast met een spin

Zelfstandig naamwoord: spin
de spin
de spinnen
het spinnetje