poten - regelmatig werkwoord
uitspraak: po-ten
1. in de grond zetten om te laten groeien
♢ vandaag heb ik de aardappels gepoot
Regelmatig werkwoord: po-ten
ik poot
jij/u poot
hij/zij poot
wij/zij/jullie poten
ik/jij/u/hij/zij pootte
wij/zij/jullie pootten
hij heeft gepoot
de/het/een gepote ....
potend, potende
Synoniemen
planten
Tegenstellingen
rooien
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk