spellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spel-len
1. de letters een voor een in de goede volgorde noemen of opschrijven
♢ zij spelde haar naam door de telefoon
1. de krant spellen
[hem heel goed lezen]
Regelmatig werkwoord: spel-len
ik spel
jij/u spelt
hij/zij spelt
wij/zij/jullie spellen
ik/jij/u/hij/zij spelde
wij/zij/jullie spelden
hij heeft gespeld
de/het/een gespelde ....
spellend, spellende
Gepubliceerd op 14-11-2017
spellen
betekenis & definitie