Wat is de betekenis van SPELLEN?

spellen - Werkwoord 1. (ov) letters in de juiste volgorde plaatsen ♢ Hij spelde zijn naam hardop. spellen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spel Synoniemen spelen

spellen - regelmatig werkwoord uitspraak: spel-len 1. de letters een voor een in de goede volgorde noemen of opschrijven ♢ zij spelde haar naam door de telefoon 1. de krant spellen [hem heel goed l...

- iemand de les spellen, iemand de les lezen. Je mag niet iemand de les spellen op de baan. De wet schrijft voor dat je inhaalmaneuver kort moet zijn en datje daarna opnieuw terugkeert naar je eigen rijstrook. - BvL, 05-06-1999.

In de verb. iem. de les spellen, iem. berispen, een standje geven; in de standaardt. wel: iem. de les lezen. Als zij hem eens zegt zich dat wellicht zelf te hebben aangedaan door de baron, wegens het ongeval met De Ridders jongetje, de les te willen spellen, gelooft hij het ook, WEYTS 1950, 21. De mij bescheidende mama wordt door de dochter...

v., (boek)staverje, spelle.

kloven, splijten.

...

(spelde, heeft gespeld), 1. (veroud.) uitleggen, verklaren : (Zuidn.) iem. de les spellen, berispen, vermanen; 2. (litt. t.) voorzeggen, voorspellen : dat spelt u niet veel goeds; 3. uit letters vormen : de letters van een woord geregeld in volgorde schrijven of opnoemen : moeilijke woorden spellen ; hoe spelt hij zijn naam ?...

spelde, h. gespeld (1 de letters in volgorde noemen; 2 voorspellen): 1. een woord spellen; 2. de kikvorsen kwaken, dat spelt mooi weer; nog: Z.-N. iem. de les spellen, berispen.