spatten - regelmatig werkwoord
uitspraak: spat-ten
1. druppels vocht in het rond strooien
♢ spat niet zo met dat water!
Regelmatig werkwoord: spat-ten
ik spat
jij/u spat
hij/zij spat
wij/zij/jullie spatten
ik/jij/u/hij/zij spatte
wij/zij/jullie spatten
hij heeft gespat
de/het/een gespatte ....
Synoniemen
spetteren
Gepubliceerd op 14-11-2017
spatten
betekenis & definitie