sofa - zelfstandig naamwoord
uitspraak: so-fa
1. bank met rugleuning die met stof bekleed is
♢ vader deed een dutje op de sofa
Zelfstandig naamwoord: so-fa
de sofa
de sofa's
het sofaatje
Synoniemen
rustbank
Gepubliceerd op 14-11-2017
sofa
betekenis & definitie