snik - zelfstandig naamwoord
1. een keer stotend ademhalen als je huilt
♢ ik hoorde een snik en zag dat ze huilde
1. in snikken uitbarsten
[beginnen te huilen]
2. tot aan je laatste snik
[tot aan je dood]
Algemene uitdrukkingen:
1. zij is niet goed snik
[gek]
Zelfstandig naamwoord: snik
de snik
de snikken
het snikje
Gepubliceerd op 14-11-2017
snik
betekenis & definitie