snauwen - regelmatig werkwoord
uitspraak: snau-wen
1. kortaf en bits zijn, onvriendelijke woorden zeggen
♢ hij snauwde: blijf daar van af!
Regelmatig werkwoord: snau-wen
ik snauw
jij/u snauwt
hij/zij snauwt
wij/zij/jullie snauwen
ik/jij/u/hij/zij snauwde
wij/zij/jullie snauwden
hij heeft gesnauwd
de/het/een gesnauwde ....
snauwend, snauwende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk