slurpen - regelmatig werkwoord
uitspraak: slur-pen
1. vloeistof hoorbaar naar binnen zuigen
♢ opa Lekkerkerk slurpt van de hete soep
1. benzine slurpen
[er veel van gebruiken]
Regelmatig werkwoord: slur-pen
ik slurp
jij/u slurpt
hij/zij slurpt
wij/zij/jullie slurpen
ik/jij/u/hij/zij slurpte
wij/zij/jullie slurpten
hij heeft geslurpt
de/het/een geslurpte ....
slurpend, slurpende
Gepubliceerd op 14-11-2017
slurpen
betekenis & definitie