Wat is de betekenis van slim?

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slim

slim - bijvoeglijk naamwoord 1. wie het vlug snapt en snel reageert ♢ Maikel is een slimme leerling 1. wie niet sterk is, moet slim zijn [wie geen kracht heeft, moet zijn verstand gebruiken] ...

2024-03-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Slim

zo - als een bos wortels erg dom.

2024-03-29
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Slim

Evenals bij het woord leep moeten wij uitgaan van de grondbetekenis: scheef, krom, schuin. In de 17e eeuw betekent slim van lijf: misvormd, gebocheld, scheef. Figuurlijk gaat slim dan betekenen: slecht, verkeerd en van personen: onoprecht, gemeen, boos. Zo spreekt Anna Bijns over Luther als een man die slimme gangen ging en bij Hooft lezen wij: Noy...

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slim

vlug van begrip, skrander; slu, skelm.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slim

adj. & adv., snoad, slim, liep, goochem, tûk, fyf, útsliept, fyn ynlein, elf, bitûft; elk te — af zijn, foar gjin gat to fangen wêze.

2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

slim

I. dun, schraal, smal, tenger, slank; II. een vermageringskuur doen (ondergaan), slank worden (maken).

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIM

bn. bw. (-mer, -st), 1. (vooral in oostel. en noordel. dial.) erg, bedenkelijk, slecht, verkeerd: de zaken staan slim; het slimme van de zaak is, dat... ; hij meent het niet zo slim; 2. schrander, uitgeslapen, vlug in het bedenken van hulpmiddelen en uitwegen, ofwel in het doorzien van een toeleg, het raden: een slimme kerel; dat is slim...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slim

slimmer, slimst, I. bn. (1 erg, verkeerd, gevaarlijk, bedenkelijk enz.; 2 schrander, vindingrijk inz. vlug in het bedenken van hulpmiddelen en uitwegen, in het raden en dergelijke): 1. het ziet er slim met den zieke uit; de toestand wordt hoe langer hoe slimmer enigszins gew.; 2. de slimme Piet; niet slim, niet van de slimsten, dom; iem. te slim (a...