simplificeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: sim-pli-fi-ce-ren
1. gemakkelijker maken
♢ zijn verhaal werd door de pers wel erg gesimplificeerd
Regelmatig werkwoord: sim-pli-fi-ce-ren
ik simplificeer
jij/u simplificeert
hij/zij simplificeert
wij/zij/jullie simplificeren
ik/jij/u/hij/zij simplificeerde
wij/zij/jullie simplificeerden
hij heeft gesimplificeerd
de/het/een gesimplificeerde ....
simplificerend, simplificerende
Synoniemen
vergemakkelijken
Gepubliceerd op 14-11-2017
simplificeren
betekenis & definitie