schuin - bijvoeglijk naamwoord
1. niet horizontaal of verticaal
♢ deze kamer heeft schuine wanden
1. de lamp hangt schuin
[er is geldgebrek]
2. met een schuin oog kijken naar iets of iemand
[jaloers zijn]
Algemene uitdrukkingen:
1. een schuine mop
[die te maken heeft met seks]
Bijvoeglijk naamwoord: schuin
... is schuiner dan ...
het schuinst
de/het schuine ...
iets schuins
Tegenstellingen
recht
Gepubliceerd op 14-11-2017
schuin
betekenis & definitie