schraal - bijvoeglijk naamwoord
1. ruw en pijnlijk
♢ mijn huid is schraal van de kou
2. guur en droog
♢ er staat een schrale wind vandaag
3. weinig vruchtbaar
♢ in deze schrale grond wil niets groeien
4. mager, met weinig inhoud
♢ van dit schrale eten, word je niet dik
1. dat is een schrale troost
[geen echte troost]
Bijvoeglijk naamwoord: schraal
... is schraler dan ...
het schraalst
de/het schrale ...
iets schraals
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk