schoonmaak - zelfstandig naamwoord
uitspraak: schoon-maak
1. het schoonmaken
♢ onze hulp zorgt hier in huis voor de schoonmaak
1. de grote schoonmaak
[het grondig schoonmaken van het hele huis, een keer per jaar]
2. grote schoonmaak houden
[een organisatie grondig reorganiseren]
Zelfstandig naamwoord: schoon-maak
de schoonmaak
Gepubliceerd op 14-11-2017
schoonmaak
betekenis & definitie