schoonmaak
schoonmaak - zelfstandig naamwoord uitspraak: schoon-maak 1. het schoonmaken ♢ onze hulp zorgt hier in huis voor de schoonmaak 1. de grote schoonmaak [het grondig schoonmaken van het hele huis, een...
Muiswerk Educatief (2017)
schoonmaak - zelfstandig naamwoord uitspraak: schoon-maak 1. het schoonmaken ♢ onze hulp zorgt hier in huis voor de schoonmaak 1. de grote schoonmaak [het grondig schoonmaken van het hele huis, een...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s.; grote —, (hús)himmeljen (it); (in het voorjaar), maitiidshimmeljen (it); (in het najaar), hjersthimmeljen (it); de grote — doen, (hús)himmelje; flink — houden, sintpiterje.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., het schoonmaken; — in ’t bijz. een grondige reiniging van het gehele huis, die jaarlijks plaats heeft: aanstaande week begint bij ons de schoonmaak; de grote en de kleine schoonmaak.
M. J. Koenen's (1937)
v. (de handeling van het schoonmaken, in toepassing op meer omvangrijke werkzaamheden; gelegenheid, dat een huis, een vertrek enz. wordt schoongemaakt): de grote de jaarlijkse schoonmaak.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., het schoonmaken: de grote schoonmaak, in Nederland vaak een jaarlijkse grondige reiniging van het hele huis (voorjaar), eventueel met opnieuw witten en behangen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: