samensmelten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: sa-men-smel-ten
1. door smelten tot een geheel worden
♢ door de hitte zijn de ijzeren staven samengesmolten tot een klomp ijzer
2. tot een hecht geheel worden
♢ de leerlingen in deze klas zijn samengesmolten tot een vriendengroep
Onregelmatig werkwoord: sa-men-smel-ten
ik smelt samen (... ik samensmelt)
jij/u smelt samen (... jij samensmelt)
hij/zij smelt samen (... hij samensmelt)
wij/zij/jullie samensmelten
ik/jij/u/hij/zij smolt samen (... ik samensmolt)
wij/zij/jullie smolten samen (... wij samensmolten)
hij heeft samengesmolten
de/het/een samengesmolten ....
samensmeltend, samensmeltende
Synoniemen
fuseren
Gepubliceerd op 14-11-2017
samensmelten
betekenis & definitie