rukken - regelmatig werkwoord
uitspraak: ruk-ken
1. met grote kracht ergens af of uit trekken
♢ hij rukte het schilderij van de muur
Regelmatig werkwoord: ruk-ken
ik ruk
jij/u rukt
hij/zij rukt
wij/zij/jullie rukken
ik/jij/u/hij/zij rukte
wij/zij/jullie rukten
hij heeft gerukt
rukkend, rukkende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk