Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

rondtrekken

betekenis & definitie

rondtrekken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: rond-trek-ken

1. je verplaatsen in een grote kring, of naar alle richtingen, zonder bepaald doel
♢ wij vinden het heerlijk om in de vakantie rond te trekken met de caravan

Onregelmatig werkwoord: rond-trek-ken
ik trek rond (... ik rondtrek)
jij/u trekt rond (... jij rondtrekt)
hij/zij trekt rond (... hij rondtrekt)
wij/zij/jullie trekken rond (... wij rondtrekken)
ik/jij/u/hij/zij trok rond (... ik rondtrok)
wij/zij/jullie trokken rond (... wij rondtrokken)
hij is of heeft rondgetrokken

< >