reserveren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-ser-ve-ren
1. van tevoren afspreken dat je er gebruik van kunt maken
♢ we hebben een tafel gereserveerd in het restaurant
2. het ergens voor bewaren (opsparen)
♢ we hebben geld voor de vakantie gereserveerd
Regelmatig werkwoord: re-ser-ve-ren
ik reserveer
jij/u reserveert
hij/zij reserveert
wij/zij/jullie reserveren
ik/jij/u/hij/zij reserveerde
wij/zij/jullie reserveerden
hij heeft gereserveerd
de/het/een gereserveerde ....
Synoniemen
bespreken
Gepubliceerd op 14-11-2017
reserveren
betekenis & definitie