regeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-ge-ren
1. er het hoogste gezag hebben en het besturen
♢ de regering regeert over het land
Regelmatig werkwoord: re-ge-ren
ik regeer
jij/u regeert
hij/zij regeert
wij/zij/jullie regeren
ik/jij/u/hij/zij regeerde
wij/zij/jullie regeerden
hij heeft geregeerd
de/het/een geregeerde ....
regerend, regerende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk