rede

betekenis & definitie

rede - zelfstandig naamwoord
uitspraak: re-de

1. woorden waarmee je een groep mensen iets vertelt
♢ we luisterden naar de rede van de professor
1. hem in de rede vallen
[niet uit laten spreken]
2. vermogen om te denken en te begrijpen
♢ met behulp van de rede, kun je argumenten bedenken
1. hij is niet voor rede vatbaar
[wil niet naar goede argumenten luisteren]

Zelfstandig naamwoord: re-de
de rede

Synoniemen
intellect, ratio, speech, toespraak, vernuft, verstand