radio - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ra-di-o
1. toestel dat golven omzet in geluid
♢ we luisterden naar een programma op de radio
Zelfstandig naamwoord: ra-di-o
de radio
de radio's
het radiootje
Gepubliceerd op 14-11-2017
radio
betekenis & definitie