paus - zelfstandig naamwoord
1. hoofd van de rooms-katholieke kerk
♢ de paus woont in het Vaticaan in Rome
1. hoe dichter bij de paus, hoe groter schorem (TB)
[de paus omringt zich met slecht volk]
2. roomser zijn dan de paus
[je strenger aan de regels houden dan wie ook]
Zelfstandig naamwoord: paus
de paus
de pauzen
het pausje
Gepubliceerd op 14-11-2017
paus
betekenis & definitie