Wat is de betekenis van Paus?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

paus

Het begrip paus heeft 2 verschillende betekenissen: 1) hoofd van de katholieke kerk. iemand die aan het hoofd van de katholieke kerk staat; plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde en drager van het hoogste, onvergankelijke, kerkelijke oppergezag, volgens de goddelijke instelling van Jezus Christus; hoofd, primaat van de katholieke kerk; s...

2024-03-29
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Paus

De paus is het hoofd van de Katholieke Kerk in Rome. De voornaamste titel van de paus is Plaatsbekleder van Jezus Christus op Aarde. Daarnaast is de paus voor de katholieken de opvolger van St. Petrus, en wordt hij de bisschop van Rome en het staatshoofd van Vaticaanstad genoemd. De paus wordt in zijn hoedanigheid als staatshoofd samen met het Staa...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

paus

1) (1977) (sch.) mannelijk geslachtsdeel. • Dat Bartholomeus, Bello, Gerrit, Frederik, goj, Hansje zonder been, Harmen, hokketokkestokke, Jacques de Kliever, Jan zonder handjes, Jochem Wippers, Joost, kruidjeroer-mij-niet, kuifje, leeuwerik, lelie, letter, notaris en getuigen, paus, piet, grote toon zonder nagel, tureluur uhu, vredemaker, wiid...

2024-03-29
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Paus

Paus - (Vlaams) het Pauscollege te Leuven.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

paus

paus - zelfstandig naamwoord 1. hoofd van de rooms-katholieke kerk ♢ de paus woont in het Vaticaan in Rome 1. hoe dichter bij de paus, hoe groter schorem (TB) [de paus omringt zich met slecht volk] ...

2024-03-29
Memo Educatie

Uitgeverij Malmberg (2004)

Paus

De hoogste geestelijke van de christelijke (katholieke) kerk. Hij wordt gezien als de plaatsvervanger van Christus.

2024-03-29
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Paus

(Pa’pa = vader), de plaatsbekleeder van Christus op aarde, opvolger van den H. Petrus, den Vorst der Apostelen, opperpriester van de geheele H. Kerk, patriarch van het Westen (de Westersche of → Latijnsche Kerk), primaat van Italië, aartsbisschop en metropoliet van de Romeinsche kerkprovincie, bisschop van Rome, souverein van den St...

2024-03-29
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

PAUS

(Gr.: pappas, Lat.: papa, vader) is de rechtmatige opvolger van Petrus, die door Christus tot zichtbaar hoofd der Kerk werd Christus, het onzichtbaar Hoofd, bij de kudde te representeren (Matth. 16 : 13— i g, Jo. 21 : 15-17). Hij heeft inde Kerk de hoogste geestelijke macht over bisschoppen, priesters en gelovigen, welke zowel het hoogste lee...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Paus

s., paus.