pairen - regelmatig werkwoord
uitspraak: pè-ren
1. er een verband tussen aanbrengen
♢ een nieuw hulpstuk moet je eenmalig pairen aan het hoofdapparaat
Regelmatig werkwoord: pè-ren
ik pair
jij/u pairt
hij/zij pairt
wij/zij/jullie pairen
ik/jij/u/hij/zij pairde
wij/zij/jullie pairden
hij heeft gepaird
de/het/een gepairde ....
Synoniemen
koppelen, samenbinden, verbinden
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk