ouwe - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ou-we
1. man die een of meer kinderen heeft
♢ mijn ouwe was wel de baas in huis
2. uit een eerdere periode
♢ dat is een liedje uit de ouwe tijd
3. wie of wat al lang bestaat of in gebruik is
♢ wat een ouwe troep is het hier
4. wie naar verhouding lang geleefd heeft
♢ wat een ouwe man is dat geworden!
1. een gouwe ouwe
[muzieknummer dat veel verkocht en gedraaid is]
5. glaasje oude jenever
♢ schenk mij maar een ouwe in
Bijvoeglijk naamwoord: ou-we
Synoniemen
gewezen, oud, pa, pap, papa, paps, vader, voormalig
Tegenstellingen
ma, mam, mama, mamma, moeder
Gepubliceerd op 14-11-2017
ouwe
betekenis & definitie