ouwe
1) (19e eeuw) (mar., sold.) de kapitein (wanneer die 25 jaar dienst heeft). Ook bijnaam van de commandant. Ongeacht de leeftijd. • Den ouwe werd bang, dattet skip topswaar zou worde, en sond ons met alleman na boove. (Jacob van Lennep: Plat Amsterdamsch: Zamenspraak. 1844) • ouwe, (de) z.n.m. – Naam, waar aan boord de kapitein me&...