origineel

betekenis & definitie

origineel - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: o-ri-gi-neel

1. niet van iemand overgenomen, niet nagemaakt
♢ dit is een origineel schilderij van Picasso
2. nergens anders mee te vergelijken
♢ Eda gaf een originele kijk op de zaak

1. dat wat echt is
♢ dit is geen kopie, maar een origineel

Bijvoeglijk naamwoord: o-ri-gi-neel
... is origineler dan ...
het origineelst
de/het originele ...
iets origineels

Zelfstandig naamwoord: o-ri-gi-neel
het origineel
de originelen

Synoniemen
alternatief, apart, bijzonder, creatief, fantasierijk, onecht, ongewoon, oorspronkelijk, speciaal, vreemdsoortig

Tegenstellingen
afgezaagd, courant, doorsnee, gangbaar, gebruikelijk, gewoon, normaal, normaliter