opvolgen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-vol-gen
1. de plaats innemen als iemand de functie neerlegt
♢ de kroonprins volgt de koningin op
2. doen wat iemand zegt
♢ je kunt dit bevel maar beter opvolgen
Regelmatig werkwoord: op-vol-gen
ik volg op (... ik opvolg)
jij/u volgt op (... jij opvolgt)
hij/zij volgt op (... hij opvolgt)
wij/zij/jullie volgen op (... wij opvolgen)
ik/jij/u/hij/zij volgde op (... ik opvolgde)
wij/zij/jullie volgden op (... wij opvolgden)
hij heeft opgevolgd
de/het/een opgevolgde ....
opvolgend, opvolgende
Synoniemen
gehoorzamen
Gepubliceerd op 14-11-2017
opvolgen
betekenis & definitie